relatie (1)
met
Jan Jansz Backer, zn. van Jan Gerritsz Backer en Peetje Willems ,
geb. in 1625,
ovl. op 01-12-1673 te Huijsen; ONA-3687A058;13-06-1675,
, -
JAN JANSZ BACKER
-
ORA-184-3231; 28-01-1671 : Procuratie Jan Jansz Backer erfgenaam van Peetgen Willems zijn moeder.
Jan Jansz Backer wonende Huijsen, eenige en universele erfgenaam is geweest van sijn moeder Peetgen Willemsz, in haer leven mede wonende alhier, en dat hij volle macht gegeven had aan Dirck Smalen wonende tot Leijden omme te vorderen @ te
ontfangen van de erfgenaem ofte erfgenamen van Aldert Teunisz van Polanen, ofte deselfe Borge . uijt kracht van seeckere obligatie (die hij de voorn Dirck Smalen seijde ter handt gestelt te hebben) tot laste van den voorn. Aldert Teunisz
van Polanen . . . en eijndelijck t'behandigen van de ontfangen penningen aen Fytus Hendricksz, omme aen hem comparant bestelt te werden.
Ondertekent door Claes Pietersz Schram, Claes Elbertsz, Evert Willemsz en Jan Jansz Oude
-
ONA-3687A058;13-06-1675: Tijmen Jacobsz (47) en zijn vrouw Neeltje Jans (50), getrouwd en huijsvrouw geweest zijnde van Jan Jansz (Backer) zaliger die een zoon was van wijlen Peetjen Willems dat Jan Jansz omstreek november/ december 1673 is
overleden in Huijsen; en dat Claes Meuwisse Muijs haere buijman. in Huijsen (wiens moeder was Aeltje Willems zaliger) nog in leven is.
-
ORA-184-3184A028; 10-06-1681: Wij ondergeschrevenen Hendrik Ebben en Lubbert Jacobsz schepenen te Huijsen verklaren mede op verzoek van de vooghden van de nagelaten kinderen van Jan Jansz Backer .. aan de personen van Aeltgen Lamberts
weduwe van Claes Meeuwisz en Lambert Claesz desselves zoon, mitsgaders Neeltgen Jans weduwe van de voorsz Jan Jansz en tegenwoordige huijsvrouw van Jacob Gerritsz Grutter alle woonachtig alhier welcke Aeltje Lamberts in onze presentie door de
voorsz voogden afgevraagt zijnde aan wie dat het 't geld, 't geen sij te pretenderen hadde (:soo geseijt wert)
- 19-09-1681; Schepenen verklaren op verzoek van de voogden van de weeskinderen van Jan Jansz Backer dat op 10-06-1681 Aeltie Lamberts heeft gezegd f 200 aan Neeltje Jans gegeven te hebben enz
-
ORA-184-3173; 28-09-1682: Jacob Gerritsz Grutter als in huwelijck gehadt hebbende en erftgenaem sijnde van Neeltje Jansz eijsscher CONTRA de meerderjarige en vooghden over de minderjarige kinderen en erffgenamen van Tijmen Jacobsz gedaagde
- Deselfde eijsscher CONTRA de vooghden van de kinderen van Jan Jansz betreffende terug te betalen f 45 met rente die Jan Jansz (Backer) aan Neeltge Jans bij huwelijkse voorwaarde.
Uit deze relatie:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Kinderen | 0 | 0 |
tr. (2) in 1657 te Huizen
met
Tijmen Jacobsz , zn. van Jacob Hendricksz ,
geb. in 1628 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1658-75,
kon niet schrijven,
ovl. in 1679 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1683-39,
begr. in 1679 te Huijsen; overleden voor 1680,
, -
TIJMEN JACOBSZ
Huizen Koptienden (1658-75 1683-39):
1658-75: v. Jan Jan Rijcksz 2 Spt 6 cop 1/2
1659-75: op Rutger Henricksz 3 cop 1/2
- v. Jan Gijsbertsz 5 cop 3/4
- v. Goossen Jansz 7 cop
- op Marten Aertsz 1 Spt 7 cop 3/4
- v. Jacob Henricksz 5 Spt 3 cop 1/2
- Situatie: 7 Spt 3 cop 1/2
1660-59: ER STAAT: 7 Spt 4 cop
1662-39: v. Claes Jan Aertsz 1 Spt 4 cop
- Situatie: 9 Spt
1678-42: v. Tijmen Rutten Velsen 1 cop 1/2
- v. Willem Rutten 0 cop 1/4
- v. Willem Cornelisz Schram 4 cop
- Situatie: 9 Spt 5 cop 3/4
1679-42: v. Claes Jan Aertsz 7 cop
- Situatie: 10 Spt 4 cop 3/4
1680-42: v. Lambert Gerritsz Backer 5 cop 1/2
- Situatie: 11 Spt 2 cop 1/4
1683-39:op Harmen Tijmen Jacobsz 3 Spt 7 cop 1/4
- op Willem Tijmen Jacobsz 3 Spt 7 cop 1/2
- op Jacob Tijmensz Jacobsz 2 Spt
- op Gijsbert Tijmen Jacobsz 1 Spt 3 cop 1/2
-
ORA-184-3170;10-09-1658: Gerrit Hendricksz buijrman tot huijsen als erfgenaam van zaliger Lambert Hendricksz voor hem selve voorts als last hebbende en hem sterck maeckende voor Fytus Hendricksz, Ghijsbert Hendricksz, Lambert Hendricksz, Aeltje
Hendricksz en Timen Jacobsz mitsgaders Hendrick Jacobsz kinderen en erfgenamen van Jacob Hendricksz ende te samen mede erfgenamen van de voorsz Lambert Hendricksz in de zaak jegens Lubbert Hendricksz mede-erfgenaam van voorgemelte Lambert
Hendricksz
-
ORA-184-3187A157; 05-11-1658: Hendrick Jacobsz voor hem self en zijn broer Timen Jacobsz mede erfgenamen van Gijsbert Jacobsz verkochten voor f 97:- aan Rutger Hendricksz buijrman tot Blaricum stuk land
-
ORA-184-3187A314; 28-01-1661: Isaack Willemsz, Lubbert Pietersz, Timen Jacobsz en Hendrick Jacobsz alle q:q: Erfgenamen van Jan Jansz bets/betaald ? den XXe penning van seecker schepenkennisse ten behoeve van voorn: Jan Jansz gepasseert bij
Lambert Lambertsz op den 17-05-1652 en op welcke noch resterende was de somme van 185 gl.
-
ORA-184-3189A015; 13-04-1666: Lubbert Hendricksz onze buijrman verkocht aan Jan Pietersz Camer mitsgaders Timen Jacobsz en Hendrick Jacobsz 2 akkertjes gelegen naest het weeskind van Claes Jansz ten zuiden en Timen Willemsz ten Noorden voor f
150,-
-
ORA-184-3189A349; 01-11-1674: Jacob Jansz Backer, sigh sterck maeckende voor de verdere erfgenamen van Tijmentgen Rutten en verclaerde hij comparant te transporteren aen Tijmen Jacobsz seecker stuck maetlant gelegen op Bussumermaet groot elf
d'half voet naest Gijsbert Claesz Bout ten Noorden à f 337
-
ONA-3687A058; 13-06-1675: Tijmen Jacobsz (47) en zijn vrouw Neeltje Jans (50), getrouwd en huijsvrouw geweest zijnde van Jan Jansz (Backer) zaliger die een zoon was van wijlen Peetjen Willems dat Jan Jansz omstreek november/ december 1673 is
overleden in Huijsen; en dat Claes Meuwisse Muijs haere buijman. in Huijsen (wiens moeder was Aeltje Willems zaliger) nog in leven is.
-
ORA-184-3190A181; 10-12-1676: Jan Coopal en Cornelis Crijnen als curateurs van de boedel van Willem Rutten, en verclaerden in de voorn: qualiteijt nevens Jacob Franckensz oudt burgermr. der Stadt Naerden en mede-curateur, vercoght te hebben
aen Tijmen Jacobsz 1 schepel 2 spint 3 cop en 3 roeden landts gelegen aghter Aeltgen Heij naest de erfgenamen van Lambert Willemsz aen d'ene en de voorn: Tijmen Jacobsz aen de andere sijde voor f 18/schepel
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep-9-5-1680; Kinderen van Tijmon Jacobsz; Capit: 1/2;Koehouders; Dood <= 1680; Zout: vat 7/16; kb: 6 (ouder dan 8 jaar); Dienstbode binnen: 1; Personen: 7
-
ORA-184-3184A028; 10-06-1681: Wij ondergeschrevenen Hendrik Ebben en Lubbert Jacobsz schepenen te Huijsen verklaren mede op verzoek van de vooghden van de nagelaten kinderen van Jan Jansz Backer ... aan de personen van Aeltgen Lamberts
weduwe van Claes Meeuwisz en Lambert Claesz desselves zoon, mitsgaders Neeltgen Jans weduwe van de voorsz Jan Jansz en tegenwoordige huijsvrouw van Jacob Gerritsz Grutter alle woonachtig alhier welcke Aeltje Lamberts in onze presentie door de
voorsz voogden afgevraagt zijnde aan wie dat het 't geld, 't geen sij te pretenderen hadde (:soo geseijt wert)
- 19-09-1681; Schepenen verklaren op verzoek van de voogden van de weeskinderen van Jan Jansz Backer dat op 10-06-1681 Aeltie Lamberts heeft gezegd f 200 aan Neeltje Jans gegeven te hebben enz
-
ORA-184-3173; 28-09-1682: Jacob Gerritsz Grutter als in huwelijck gehadt hebbende en erftgenaem sijnde van Neeltje Jansz eijsscher CONTRA de meerderjarige en vooghden over de minderjarige kinderen en erffgenamen van Tijmen Jacobsz gedaagde
- Deselfde eijsscher CONTRA de vooghden van de kinderen van Jan Jansz betreffende terug te betalen f 45 met rente die Jan Jansz (Backer) aan Neeltge Jans bij huwelijkse voorwaarde
-
ORA- 184-3173; 06-10-1682: In de saecke tusschen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert Eijsscher en de erfgenamen van Tijmen Jacobsz gedaegden schepenen ordonneren dat de gedaegde op de naeste reghtdag de voorn. saeck sullen hebben te
beantwoorden op poene van versteck
-
ORA-184-3173;03-11-1682:Schepenen condemneren de meerderjarige mitsgaders de vooghden van de minderjarige kinderen van Tijmen Jacobsz gedaegden aen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert eijsscher de ge-eijschte somme van f 50 mette
verschenen en onbetaelde interesten van dien ter sake als in den eijsch te betalen met compensatie van costen mits datter voorn Jacob Gerritsz voor de restitutie van dien alvorens stellen twee suffisante borgen tot contentement van de gedaegde
- Schepenen condemneren de vooghden van de kinderen van Jan Jansz dedaegde aen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert eijsscher de ge-eijschte somme van f 45 ter sake als in den eijsch te betalen met compensatie van costen mits datter selve
Jacob Gerritsz voor de restitutie van enz
-
ORA-184-3184A034; 21-11-1682: Acte van Cautie. Hendrick Jan Thomasz en Willem Tijmensz schepenen, Lambert Jansz d'Ouwe en Gerrit Lambertsz Pater dewelcke verclaerden dat op 03-11-1682 seecker vonnis was gewesen waer bij de vooghden over de
weeskinderen van Tijmen Jacobsz waeren gecondemneert nevens Cautie de restituendo te betaelen aen Jacobs Gerritsz Grutter een som van f 50 mette daer op verlopenen Intereste enz. zich als borg stellen.
-
ORA-184-3184A035; 21-11-1682: compareerden voor Hendrick Jan Thomasz en Willem Tijmensz schepenen des dorps huijsen, Lambert Jansz d'Ouwe en Gerrit Lambertsz Pater verklaarden dat op 3 november lestleden een seecker vonnis was gewesen waer bij
de vooghden over de weeskinderen van Tijmen Jacobsz waren gecondemneert een som van f 50:- te betalen aan Jacob Gerritsz Grutter
-
Database Jan Schipper-2016-11-30 gemaakt in REUNION.
Uit dit huwelijk:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jacob | *1658 | Huijsen; Koptienden Eerste: 1682-65 | †1727 | Huijsen; Koptienden Laatste: 1737-23 | 69 | 1 | 5 |
2 | Harmen | *1659 | Huijsen; Koptienden Eerste: 1683-67 | †1730 | Huijsen, DTB-20: Meulenaar; Koptienden Laatste: 1 | 71 | 3 | 2 |
3 | Gijsbert | *1661 | Huijsen | †1735 | Huijsen; DTB-20 | 74 | 2 | 9 |
4 | Willem | *1662 | Huijsen; Koptienden Eerste: 1683-67 | †1723 | Huijsen; DTB-20; Koptienden Laatste: 1729-24 | 61 | 1 | 0 |
5 | Geertje | *1663 | Huijsen | †1742 | Huizen | 79 | 1 | 1 |
6 | Jan | *1664 | Huijsen; Koptienden Eerste: 1699-56 | †1736 | Huijsen; DTB-20; Koptienden Laatste: 1745-33 | 72 | 1 | 0 |
tr. (3) te Getrouwd > 1675; zie 3687A58; 13-06-1675
met
Jacob Gerritsz Grutter, zn. van Gerrit ,
geb. in 1623 te Huijse, MENNIST,
doopsgezind,
ovl. te Huijsen; > 1697,
, -
JACOB GERRITSZ GRUTTER
-
ONA-3663A180; 23-09-1657: ; Mennonisten, Gerrits Huijberts legateert 2 hondert Carijnt. In aanwezigheid van de getuigen Jacob Gerritsz, gewezen burgemeester Huijsen,oud 34 jr, en Jan Gerritsz Ramaecker 27 jr; verklaren Gosen Reijersz en
Cornelis Crijnen, bedienaren en diaconen van de minnisten gesinte dat Gerrit Huijbertsz op zijn sterfbed op 22-03-1656 mondeling verklaarde enz
-
ONA-3666A082; 04-04-1674: Jacob Gerritsz grutter stelt dat Jacob Ploos, pachter van het gemaal in Huijsen altijd het meel laat maelen zonder seel te halen en de Impost te betalen
-
ONA-3667A003; 26-01-1675: Tijmen Rutten Doorn, regerend burgemeester van huijsen, verklaart op verzoek van Jacob Gerritsz Grutter en mede naar aanleiding van klachten van boeren en ingezetenen, dat een ernstige waarschuwing heeft gegeven aan
Rijck Pietersz Molenaer die met zijn wind-korenmolen meel van zeer slechte maalde; getuigen Jan Pietersz d'oude ende Cornelis Willemsz Coopman
-
ONA-3687A044; 15-04-1675: betreft gebruik van grutmolen door Teunis Pieters Vergoes evenals eerder Jacob Gerrits
-
ONA-3667A048; 22-10-1676: Herman Keesz (50) en Janniti Cornelissen (44?) wonende te huijsen verklaren op verzoek van Jacob Gerritsz Grutter dat zijn gewezen vrouw Aeltie Lamberts in 1651 is overleden en dat haar vader Lambert Rijcksz toen nog
leefde en daarna kinderloos is overleden
-
ORA-184-3184A006; 24-01-1678: Schepenen verklaren op verzoek van Laurens de Wolf, schout tot Huijsen, in de naem van Teunis Pietersse Vergoes Gorter wonende tot Naerden, ons hebben vervoeght aen de persoon ende ter woonstede van Jacob Gerritse
Grutter wonende binnen dese dorpe, en deze bekeurt omdat tegen het contract sijn meel, binnen Huijssen, tegen boeckweijt hadde geruijlt ende gebuijt met Gerrit Dircxe, Schipper van hier op Amsterdam. Jacob Gerritsz Grutter ontkent en zegt de
boeckweijt te hebben gekocht van Gerrit Dircxe enz
-
ORA-184-3172; 18-03-1679: Tot voogden over Jacob Lambertsz Smit wert op desselfs versoeck gestelt Jan Pietersz d'Oude en Jacob gerritsz Grutter
-
ONA-3707A079; 30-11-1679: Verklaring van Tijmen Rutten doorn, Gerrit Jacobsz de Jonghe, Gerrit Jansz Backer, Jacob gerrit grutter, alle out-buijrmrs van Huijsen, Willem Mauritsz, oud schepen van Huijsen en Mr. Claes Swart Chirurgijn, Jacob
Commin, Jacobus Luijckissen, Jan domijnekus/Minicksen, Rijck tijmensen m.b.t. veerdiensten Alkmaar, Amsterdam, Hoorn, Weesp uitgevoerd door Dirck Jansen Star
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680; Capit: 1/4; Grutter; Zout: vat 1/8; m: 1, kb: 5; Personen: 6
-
ORA-184-3184A028; 10-06-1681: Wij ondergeschrevenen Hendrik Ebben en Lubbert Jacobsz schepenen te Huijsen verklaren mede op verzoek van de vooghden van de nagelaten kinderen van Jan Jansz Backer ..... aan de personen van Aeltgen Lamberts
weduwe van Claes Meeuwisz en Lambert Claesz desselves zoon, mitsgaders Neeltgen Jans weduwe van de voorsz Jan Jansz en tegenwoordige huijsvrouw van Jacob Gerritsz Grutter alle woonachtig alhier welcke Aeltje Lamberts in onze presentie door de
voorsz voogden afgevraagt zijnde aan wie dat het 't geld, 't geen sij te pretenderen hadde (:soo geseijt wert)
- 19-09-1681; Schepenen verklaren op verzoek van de voogden van de weeskinderen van Jan Jansz Backer dat op 10-06-1681 Aeltie Lamberts heeft gezegd f 200 aan Neeltje Jans gegeven te hebben enz
-
ORA-184-3172; 04-11-1681: Tot vooghden over de nagelaten weeskinderen van Evert Lambertsz werden gestelt Jacob Gerritsz Grutter en Willem Timensz ende wordt de secretaris gelast daer van behoorlicke acte te maecken
-
ONA-3709A049; 21-11-1681: Louwerens de Wolff schout en Jan Hendricksen Fit out schepen des dorps verklaarden op verzoek van Pieter Jacobsen Schoen wonende tot Sardam alsgetrouwt hebbende Harmptie Jacobs dochter van Jacob Gerritsen Grutter
binnen het voorn. dorp, dat hij requirant ten huijse van eerste comparant Cornelis Cornelissen oom van sijn requirante huijsvrouw te gemoet voerde dat sijn schoonvader Jacob Gerritsen hem requirant hadde afgevordert een verklaring dat seecker 2
ackers leggende op het Naerder Hoogh hem reqt. met toe en quaemen noch nooijt toegecomen hadden daer bij voegent dat hij reqt. daer niet van wiste noch geenige kennisse hadden, seggende wijders Cornelis Oom gij hebt met mijn schoonvader af
gereeckent en van alles geliquideert als vooght geweest sijnde van mijn vrouw, waer op bij den selven Cornelis Cornelissen
-
ONA-3710A032; 18-07-1682: Jacob Gerritsen Grutter out buijrmr des dorps huijsen en Hendrick Willemsen Boom grutters binnen den selve dorpe verklaarden op verzoek van Pieter Visscher Impostmr. van 't gemaell ende desselfs enz dat zij
verscheijden jaeren herwaarts hetmudde sestien stuijbers meer hebben vercocht als het mudde boeckweijden meel, en dat attestantennu ontrent twee jaeren aen den anderen deselve grutten voor gelijcke prijs als het meel hebben vercocht gehadt, en
de meergemelde grutten nog daegelijcks in diervoegen
-
ORA-184-3173; 28-09-1682: Jacob Gerritsz Grutter als in huwelijck gehadt hebbende en erftgenaem sijnde van Neeltje Jansz eijsscher CONTRA de meerderjarige en vooghden over de minderjarige kinderen en erffgenamen van Tijmen Jacobsz gedaagde
- Deselfde eijsscher CONTRA de vooghden van de kinderen van Jan Jansz betreffende terug te betalen f 45 met rente die Jan Jansz (Backer) aan Neeltge Jans bij huwelijkse voorwaarde
-
ORA-184-3214A019; 06-10-1682: Huw.v.w. tussen Jacob Gerritsz Grutter tot Huijsen lest weduwnaar van Neeltien Jans ter ene, en Annetien Gerrit Poelen lest weduwe van Jan Wijchertsz Decker geassisteert met Gerrit Lambertsz Pater @ Lambert
Gijsbertsz haer zoon @ schoonzoon mitsgaders Aelt Jansz @ Gerrit Jansz als voogden over de onmondige kinderen bij haar eerste man Lambert Gerritsz Pater geprocreeert. De bruid brengt in o.a. enkele obligaties: f 500,- ten laste van Hendrick
Jacobsz; f 150,- ten laste van Jan Peter Harmensz; f 100,- ten laste van Claes Lambertsz Prins; f 100,- ten laste van Lambert Martsz Ouwe; f 100,- ten laste van Wijchert Willemsz Ramacker; f 50 ten laste van Tomas Jansz; ten slotte een schuld
van f 201 ten laste van Jacob Jansz Backer
-
ORA-184-3173; 06-10-1682: In de saecke tusschen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert Eijsscher en de erfgenamen van Tijmen Jacobsz gedaegden schepenen ordonneren dat de gedaegde op de naeste reghtdag de voorn. saeck sullen hebben te
beantwoorden op poene van versteck
-
ORA-184-3173; 03-11-1682:
- Schepenen condemneren de meerderjarige mitsgaders de vooghden van de minderjarige kinderen van Tijmen Jacobsz gedaegden aen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert eijsscher de ge-eijschte somme van f 50 mette verschenen en onbetaelde
interesten van dien ter sake als in den eijsch te betalen met compensatie van costen mits datter voorn Jacob Gerritsz voor de restitutie van dien alvorens stellen twee suffisante borgen tot contentement van de gedaegde
- Schepenen condemneren de vooghden van de kinderen van Jan Jansz dedaegde aen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert eijsscher de ge-eijschte somme van f 45 ter sake als in den eijsch te betalen met compensatie van costen mits datter selve
Jacob Gerritsz voor de restitutie van enz
-
ORA-3184A034; 21-11-1682: Acte van Cautie. Hendrick Jan Thomasz en Willem Tijmensz schepenen, Lambert Jansz d'Ouwe en Gerrit Lambertsz Pater dewelcke verclaerden dat op 03-11-1682 seecker vonnis was gewesen waer bij de vooghden over de
weeskinderen van Tijmen Jacobsz waeren gecondemneert nevens Cautie de restituendo te betaelen aen Jacobs Gerritsz Grutter een som van f 50 mette daer op verlopenen Intereste enz. zich als borg stellen.
-
ORA-184-3192A070; 24-12-1682: Lourens de Wolff schout en Jan Aertsz en Willem Tijmensz schepenen, Jacob Gerritsz Grutter verkocht aan Claesien Gerrits weduwe van Jan Pietersz d'oude seecker huijs en erff met de schuijr @ de Grutmolen met al 't
gene deselve dependeert staen staende in 't voorsz huijs; in 't dorp alhier naest Lambert Jansz Schoenmaker ten suijden en Gerrit Jansz d'oude ten noorden
Nogh 5 schepel land gelegen Jacob Tijmensz ten suijden @ Jan Mijns Cos ten noorden
Nogh 4 schepel gelegen aan houtwijck naest Jacob Sijbrants Man ten suijden @ houtwijck ten noorden voor f 1.000,-
-
ORA-184-3173; 04-01-1683: Pieter Jacobsz Schoen als getrout hebbende Harmentgen Jacobs eijsscher CONTRA Jacob Gerritsz Grutter desselffs schoonvader eertijds als vader en vooght over de voornoemde Harmtgen Jacobs m.b.t. handtekening d.d.
14-04-1659 en voorts f 1.000 voor haer grootmoeder
-
ONA-3695A024; 13-07-1687: Getuigen Jacob Gerritsz Grutter out-buermeester en Hendrick Willemsz Boom oud-schepen van het dorp Huijse, beide grutters in hetzelfde dorp, leggen contratueel vast dat Hendrick Willemsz Boom grutten tot meel mag malen
op de molen van Jacob Gerritsz zonder dat zijn erfgenamen of successeurs noght ijemant van sijnent weegen dit kunnen beletten. Er liep een proces tussen Jacob Gerritsz en Rijck Pietersz Molenaer; getuigen Gerrit Varekamp, Gerrit Jansz d'oude en
Cornelis Willemsz Coopman.
-
ORA-184-3174; 15-09-1689: Jacob Gerritsz Grutter getrouwt met Annetgen Gerrits Poel Contra Jacob Jansz Backer
-
ORA-184-3184A063; 11-11-1692: Compareerden voor Claes Rijcksz Brakel schout, mitsgaders Wijgert Willemsz en Gijsbert Jacobsz schepenen tot huijsen:
- Jacob Gerritsz grutter, out 69 jaren; Verklaring over recht van scharing
-
ORA-184-3214A031; 12-04-1697: Leendert Vergoes en Jacob Tijmensz als voogden over de nagelaten weeskinderen van Gerrit Jacobsz Grutter en Leeuwtien Carstens in leven echteluijden, en Jacob Gerritsz Grutter grootvader van de voorn. kinderen ter
andere zijde, dat laatste comparant gerechtigd meent te zijn tot de ontvangst zijn leven lang van f 100,-/jaar die zijn zoon, en na zijn dood, tot f 60,-/jaar op basis van een zeker recht op seecker huijs en grutterijen bij deselve Gerrit
Jacobsz en Leeuwtien Carstens in haar leven bewoont
-
ORA-184-3195A006; 24-10-1697: Leendert Vergoes ende Jacob Tijmensz als voogden over de nagelaten minderjarige kinderen en erffgenamen van Gerrit Jacobsz (Grutter) en Leeuwtie Carstens in Leven egte Luijden alhier, mitsgaders Jacob Gerritsz
Grutter voor soo veel het ? dewelcke verclaerde publijck vercogt te hebben aen Lambert Killewig Schout deses dorps seecker huijs hoff schuijr en grut molen met alle soodanige geregtigheden als deselve is hebbende ende bij de voorn de voorn:
Jacob Gerritsz (Grutter) ende Gerrit Jacobsz Grutter beseten is. Item een mastaende moolen ende alle gereet schaeppen enz. voorsz: grut moolen en nastaende moolen specterende sijjn staende ende gelegen binnen desen dorpe naest Gerrit Tijmensz
Doorn ten suijden en den voorn: Cooper ten Noorden voor f 3.925,
relatie (1)
met Aeltje Lamberts , dr. van Lambert Rijcksz ,
ovl. in 1651 te Huijsen,
, -
ONA-3667A048; 22-10-1676: Herman Keesz (50) en Janniti Cornelissen (44?) wonende te huijsen verklaren op verzoek van Jacob Gerritsz Grutter dat zijn gewezen vrouw Aeltie Lamberts in 1651 is overleden en dat haar vader Lambert Rijcksz toen nog
leefde en daarna kinderloos is overleden,
tr. (3) op 13-10-1682 te Huijsen; 06-10-1682: Huw.v.w.
met Annetien Gerrits Poelen, dr. van Gerrit Jansz Poel en Claesje Gerrits ,
, -
ONA-3687A98; 23-11-1675; Gerrit Jansz Poel en zijn vrouw Claesje Gerrits wonende tot huijsen laten de boedel na aan hun dochter Annitje Gerritsz weduwe van Lambert Gerritsz Pater of, bij overlijden aan haar (klein)dochter Jannitje Lamberts
-
ONA-3688A88; 08-09-1678: Huwelijkse voorwaarden tussen: Jan Wijggertsz weduwnaar van Jannitge Dominicus toecomende bruijdegom ter eenen, en Annitje Gerrits weduwe van Lambert Gerritsz Pater geassisteert met Gerrit Jansz Poel haer vader,
toecomende bruijt ter andere sijde allen woonachtich tot huijsen
-
ORA184-3214A019; 06-10-1682: Huw.v.w. tussen Jacob Gerritsz Grutter tot Huijsen lest weduwnaar van Neeltien Jans ter ene, en Annetien Gerrit Poelen lest weduwe van Jan Wijchertsz Decker geassisteert met Gerrit Lambertsz Pater @ Lambert
Gijsbertsz haer zoon @ schoonzoon mitsgaders Aelt Jansz @ Gerrit Jansz als voogden over de onmondige kinderen bij haar eerste man Lambert Gerritsz Pater geprocreeert. De bruid brengt in o.a. enkele obligaties: f 500,- ten laste van Hendrick
Jacobsz; f 150,- ten laste van Jan Peter Harmensz; f 100,- ten laste van Claes Lambertsz Prins; f 100,- ten laste van Lambert Martsz Ouwe; f 100,- ten laste van Wijchert Willemsz Ramacker; f 50 ten laste van Tomas Jansz; ten slotte een schuld
van f 201 ten laste van Jacob Jansz Backer
-
ONA-3668A44; 27-02-1684: Jacob Gerritsz Grutter en Annitien Gerrits echteluijden ter eene ende Claessien Gerritsz weduwe en boelhouder van Jan Pietersz?? d'oude sijn suster geassisteert met haar zonen Gerrit Jansz (de oude) en Lambert Jansz
d'oude haar zonen en voorzover nodig voor haar verdere kinderen alsmede Haesien Fijtis huijsfrou van voorn Gerrit Jansz ter andere sijden
- Jacob Gerritsz mag huijsinge en grutmeulen en 10 schepel land zijn leven lang mag blijven gebruiken
- Aflossing capitaal van f 800 bij Willem Pietersz / huijs en grutmolen / Getuigen: Jan Cornelissen en Cornelis Willemsz Coopman / Proces Pieter Jacobs tegen Jacob Gerritsz
-
ORA-184-3174; 15-09-1689: Jacob Gerritsz Grutter getrouwt met Annetgen Gerrits Poel Contra Jacob Jansz Backer
>